Het ‘Grijze Boek’ en de geschiedenis van Reiki

door Justin Stein, PhD

Het is me een waar genoegen dat ik gevraagd ben dit essay te schrijven ter begeleiding van de eerste geautoriseerde herdruk van het ‘Grijze Boek’, 40 jaar na verschijning van de oorspronkelijke uitgave. Die werd in 1982 samengesteld en gepubliceerd door Alice Takata Furumoto (1925–2013), na het overlijden van haar moeder, Hawayo Hiromi Kawamura Takata (1900–1980). De oorspronkelijke 100 exemplaren van dit boek waren bedoeld als geschenk voor de Reikimasters die door Takata waren getraind en de Reikimasters die door Takata’s opvolger (en Alice’ dochter) Phyllis Lei Furumoto (1948–2019) zouden worden getraind.

Het Grijze Boek bevat allerlei historisch materiaal dat Alice met de ontluikende Reikigemeenschap wilde delen, via de instructeurs die zij als bevoegd beschouwde. In de jaren 80 en 90 diende het materiaal in dit boek als aanvulling op de mondelinge traditie die de basis vormde voor historische kennis over de beoefening van Reiki in Japan en de overdracht naar Noord-Amerika. Bovendien was de publicatie van het boek onderdeel van een project om Phyllis te valideren als de rechtmatige erfgenaam van Takata’s nalatenschap in een periode waarin zich een geschil met Barbara Weber (Ray) over de opvolging aandiende.

In dit voorwoord bied ik een historische context voor het materiaal in het Grijze Boek, in de hoop dat het een perspectief zal bieden op de redenen waarom Alice ervoor koos deze verzameling documenten af te geven bij Hawaii Reprographics, een drukker in Honolulu, en een dunne bundel te maken waarvan de titel alleen in Japanse karakters wordt aangegeven. Ik zal de acht secties van het boek op volgorde doornemen: het omslag / de titelpagina, Takata’s dagboek, Hayashi’s Therapiegids, Takata’s essay ‘De kunst van het helen’, de foto’s, Takata’s mastercertificaat, de lijst met masterstudenten en de opdracht.

Foto van de titelpagina van 'Reiki: Het Grijze Boek' uit 1982, geredigeerd door Alice Takata Furumoto

Het omslag is vrij simpel en voorzien van de twee, met hand gekalligrafeerde, Japanse karakters voor reiki; de titelpagina herhaalt deze karakters, gevolgd door de geromaniseerde tekst: ‘”LEIKI” / REIKI’. Maar onder deze eenvoud schuilt een zekere diepte. Allereerst maakte de onbekende auteur van de kalligrafie een vreemde keuze door het traditionele karakter te schrijven voor rei (靈, in tegenstelling tot het vereenvoudigde karakter 霊, zoals het sinds 1946 officieel wordt geschreven), terwijl ki in de vereenvoudigde vorm wordt geschreven 気 (in tegenstelling tot het traditionele 氣). Dit ‘mixen en matchen’ van traditionele en naoorlogse stijlen was vrijwel zeker onopzettelijk (en Alice schreef de kanji in de vereenvoudigde stijl op het bestelformulier van Hawaii Reprographics), maar deze toevallige omstandigheid weerspiegelt hoe de Reikitherapie van het vooroorlogse Japan werd aangepast aan een nieuwe, naoorlogse wereld. Op een vergelijkbare manier lijkt het opnemen van ‘Leiki’ – een nu in onbruik geraakte maar in de jaren 30 en 40 soms gekozen manier om de term te romaniseren – eveneens een, zij het bewustere, erkenning van het werk dat Takata deed als vertaler die deze buitenlandse beoefening naar een nieuwe context bracht waar zelfs de linguïstische fonemen anders waren.

Op de eerste pagina’s van het boek worden vier pagina’s weergegeven uit Takata’s persoonlijke aantekeningen en dagboek van haar reis naar Japan in 1935–1936, toen ze haar eerste, vijf maanden durende training in Usui Reiki Ryōhō kreeg van haar master, Hayashi Chūjirō (1880–1940), een van de hoogste shihan (instructeurs), getraind door de oprichter van de therapie, Usui Mikao (1865–1926). Het eerste fragment, gedateerd 10 december 1935, geeft aantekeningen weer van de lessen op de eerste lesdag bij het hoofdkwartier van de Hayashi Reiki Kenkyūkai (Hayashi Reikiresearchvereniging) in Tokyo. Wat interessant is, is dat de beoefening die Takata hier beschrijft, nogal lijkt af te wijken van wat ze zelf later in haar leven onderwees. Zo beschrijft ze dat je je moet concentreren, je gedachten moet zuiveren en moet mediteren ‘om de “energie” van binnenuit naar buiten te laten komen’, terwijl ze tegenover latere studenten zou benadrukken dat concentreren niet nodig was en dat reiki vanzelf stroomt, zonder inspanning. De leer dat ‘de energie’ … zich ‘op de bodem van je buik, ongeveer 5 cm onder de navel’ bevindt, lijkt heel erg op vele Japanse leringen over de hara of tanden, maar is een ander aspect dat ze later in haar leven in de meeste cursussen wegliet.

Wat deze details ons ook over de historische ontwikkeling van Reiki vertellen, het lezen van deze dagboekaantekeningen uit het begin van Takata’s carrière is verhelderend omdat ze deze grote leraar menselijker maken en ons een blik op haar als student gunnen. Als ze in de tweede aantekening (gedateerd april mei 1936), opgewonden beschrijft hoe Hayashi-sensei ermee heeft ingestemd om [haar] ‘in te wijden in de geheimen van Shinpi Den [d.w.z. het masterniveau], Kokiyu-Ho [d.w.z. de ademhalingstechniek] en Leiji-Ho, het opperste geheim in de Energiewetenschap’, worden wij als lezers ook blij voor haar. Overigens verwijst dit ‘opperste geheim’ waarschijnlijk naar reiju-hō (d.w.z. hoe de ceremonie wordt uitgevoerd die doorgaans ‘inwijding’ of ‘afstemming’ wordt genoemd) en niet naar reiji-hō 霊示法; dit laatste is een soort meditatie die Takata in de eerste aantekening heeft beschreven, waarbij de beoefenaar in gasshō zit (palmen tegen elkaar) en op ‘het teken’ wacht om met de beoefening te beginnen.

Na de dagboekaantekeningen wordt in de volgende sectie (die het grootste deel van het Grijze Boek in beslag neemt) de Therapiegids (Ryōhō shishin) weergegeven, die Hayashi Chūjirō aan zijn studenten gaf. Dit boekje, dat in het Japans is geschreven, beschrijft combinaties van handposities die gebruikt kunnen worden om verschillende kwalen te behandelen. Het bevat een tweetalige anatomische afbeelding om de lezers te helpen de organen voor de handposities te lokaliseren. De gids is grotendeels gelijk aan het boekje dat Takata tijdens haar training in Tokyo ontving, maar het omslag geeft aan dat dit een speciale uitgave is voor Japans-Amerikaanse studenten. Deze editie bevat naast de hoofdtekst een fonetische gids (furigana), aangezien de immigranten uit de arbeidersklasse en de Nisei – de Japanners van de tweede generatie in de VS – die het merendeel vormden van de vroege Reikistudenten in Hawaii, doorgaans de Japanse karakters minder goed konden lezen dan Hayashi’s studenten in Japan, die voornamelijk uit de midden- en hogere klasse kwamen.

De tekst toont één vorm van kennis die Reikibeoefenaren in de jaren 30 gebruikten om de handposities voor een behandeling te bepalen. Er wordt een reeks medische aandoeningen beschreven, elk met aanbevolen handposities voor de behandeling. Het is onwaarschijnlijk dat vroege beoefenaren werden geschoold in het herkennen van de formele medische aandoeningen die in de Gids worden beschreven; wellicht was het gebruikelijk dat patiënten een medische diagnose van een arts kregen voordat ze voor een behandeling naar een Reikibeoefenaar gingen. We weten dat vroege beoefenaren naast deze aanbevolen handposities een scantechniek gebruikten (die byōsen of byōkan heet) om gebieden te vinden waar een behandeling nodig was.

Takata beschrijft deze techniek zelf in de volgende sectie: een essay uit 1948 over ‘de kunst van het helen’. Dit getypte essay, dat uit vijf pagina’s bestaat, is een van helderste beschrijvingen van de Reikitherapie die Takata ooit heeft gemaakt. Het bevat een gedetailleerde beschrijving van de aard van reiki als een ‘universele levenskracht’, evenals details over Reikitraining en -beoefening, waaronder een vroege versie van de uitvoerige ‘basisbehandeling’ en een lijst met specifieke handposities om specifieke aandoeningen te behandelen. Deze procedures moeten worden aangevuld met de sensaties in de handen van de beoefenaar. ‘Vertrouw,’ schrijft ze, ’tijdens de behandeling op je handen. Luister naar de trillingen of reactie.’ Deze zullen de beoefenaar helpen om de ‘oorzaak’ [van ziekte] te lokaliseren; dagelijkse behandeling van deze ‘oorzaak’ zal het ‘gevolg’ doen verdwijnen. Deze nadruk op het vinden en behandelen van de ‘oorzaak’ van ziekte komt overeen met verslagen over Reiki in het vooroorlogse Japan en staat in contrast tot de leer dat ‘reiki daarheen gaat waar het nodig is’, wat ze aan het eind van de jaren 70 tegen studenten zou zeggen.

Er is veel overlap tussen de richtlijnen voor behandelingen in Takata’s essay en de dagboekaantekeningen over haar training en de behandelingen in Hayashi’s Therapiegids, maar Takata heeft op grond van de ruim tien jaar dat ze ervaring heeft met het behandelen en onderwijzen van Reiki ook al enkele dingen veranderd. Naast praktische veranderingen van de handposities (zo is het behandelen van de galblaas en de hypofyse bij zwangere vrouwen toegevoegd), voegde ze ook taal uit Amerikaanse religieuze en medische gebruiken toe, waaruit blijkt dat ze al vroeg pogingen deed om Reiki begrijpelijk te maken voor een niet-Japans publiek. Ze experimenteerde bijvoorbeeld met het taalgebruik uit de King James-versie van de Bijbel bij het vertalen van de ‘vijf leefregels’ (gokai), beginnend met ‘Alleen vandaag – zult gij u niet boos maken’. Het herhaalde gebruik van ‘de Grote Geest’, een gangbaar concept binnen de oorspronkelijke culturen van Noord- en Zuid-Amerika, vindt zijn verklaring in het feit dat ze dit essay schreef omdat het een van de eisen was om het certificaat van ‘dokter in de naturopathie’ te krijgen van de Indian Association of America, een inheems getint broederschap. Zoals ik in mijn dissertatie (en nog te verschijnen boek) beschrijf, had Takata toen ze voor behandelingen en onderricht door Noord-Amerika reisde, kopieën van dit certificaat bij zich, alsook van een ander certificaat waarin ze ‘een gewijde geestelijke zonder standplaats van de Amerikaans-indiaanse Mayakerk en indiaanse missies’ wordt genoemd om haar en haar onorthodoxe helende beoefening het voorkomen van een autoriteit te geven.

Na het essay over ‘de kunst van het helen’ komen vier foto’s: een portret van Usui-sensei dat Takata blijkbaar van Hayashi heeft gekregen tijdens haar training, foto’s van Hayashi-sensei en Takata-sensei behangen met leis die in februari 1938 in Honolulu zijn genomen, vlak voordat Hayashi naar Japan terugkeerde, en een foto van een Reikidemonstratie in de zaal van de Young Men’s Buddhist Association in Honolulu. Op de laatste foto is Takata in het midden te zien terwijl ze een behandeling geeft; Hayashi bevindt zich achter de tafel, aan de rechterkant. Rechts van Hayashi hangt de gokai-rol. Uit Alice’ bijschrift blijkt dat dit een bijeenkomst was van de ‘Reikitherapievereniging’ (Reiki [Ryōhō] no Kai), al lijkt het erop dat ze de foto met het jaartal 1937 verkeerd dateert; dezelfde foto verscheen namelijk op 4 maart 1938 in de Hawaii Hochi, met het bijschrift dat het Hayashi’s 14e(en laatste) seminar was, en stamt dus waarschijnlijk uit februari 1938. Omdat er ruim 120 mensen op de foto staan, is dit vermoedelijk een bijeenkomst van studenten van die cursussen, die zijn gegeven tussen oktober 1937 en februari 1938, die afscheid kwamen nemen van Hayashi-sensei.

Op de pagina daarna staat het in februari 1938 notarieel bekrachtigde certificaat, getekend door Hayashi, waarin wordt verklaard dat Hawayo Takata een ‘master in dr. Usui’s Reikisysteem van heling’ is, de enige in de Verenigde Staten en een van slechts dertien mensen die ‘volledig gekwalificeerd zijn als master in dit vak’. Op basis van andere informatie uit die tijd lijkt het erop dat dit aantal verwijst naar het aantal shihan (masters) in de Hayashi Reiki Kenkyūkai en dat de shihan van de Usui Reiki Ryōhō Gakkai niet worden erkend. De tegenwoordig gebruikelijke uitdrukking [Reiki]master is wellicht voor het eerst in dit document in druk verschenen. Ook opmerkelijk is het gebruik van de term ‘Usui Reikisysteem van medicijnvrije heling’; Usui schijnt zelf te hebben benadrukt dat zijn systeem geen naalden of kruiden vereiste, en Takata bleef de woorden ‘medicijnvrije heling’ decennialang gebruiken.

Op de laatste twee pagina’s wordt een sprong van ruim veertig jaar gemaakt, naar de tijd van publicatie en van Takata’s overlijden. Als eerste heeft Alice een lijst van 21 ‘masterstudenten’ samengesteld van wie ze wist dat ze door haar moeder waren getraind; zij zijn allemaal (met inbegrip van Takata’s zus Kay Yamashita en haar kleindochter Phyllis Furumoto) als master getraind tussen 1975 en 1980. Zoals Paul Mitchell in zijn voorwoord aangeeft, is de lijst niet volledig (in elk geval George Araki ontbreekt); daarnaast bevat de lijst een opmerkelijke spelfout (Barbara ‘Webber’ in plaats van ‘Weber’).

Vervolgens heeft Alice een korte, afsluitende opdracht opgenomen, die ze heeft ondertekend en van drie zegels (hanko) heeft voorzien. Het grote hanko is mogelijk geërfd van Hayashi, maar het zou ook door Takata gemaakt kunnen zijn; de tekst luidt: ‘Zegel van de superintendent van de Usui-stijl vereniging voor Reikionderzoek’ (Usui-shiki Reiki Kenkyūkai Shukan no in). Dit stempel vertegenwoordigt de autoriteit van het ambt dat Takata als Hayashi’s opvolger op zich nam, wat bekend raakte als ‘grandmaster’. De twee kleinere hanko bevatten de namen ‘Takata’ en ‘Furumoto’. In deze afsluitende opdracht wordt verklaard dat Phyllis de rechtmatige erfgenaam van Takata’s nalatenschap is; tevens wordt gesteld dat Takata voortleeft in iedereen die Reiki beoefent. Hierdoor wordt het boek zelf een soort afstammingsschema; het documenteert de overdracht van Reiki van Usui, via Hayashi en Takata, naar Furumoto en (impliciet) de eigenaren en lezers van het boek.

Kortom, het Grijze Boek werd door Alice Takata Furumoto gemaakt als liefdevol eerbetoon aan wijlen haar moeder en een geschenk aan haar dochter. Het beschrijft de overdracht van de afstamming op een manier die Phyllis’ erfenis moest concretiseren en aan de Reikigemeenschap duidelijk moest maken. Bovendien fungeerde het boek als een fysiek teken dat aangaf dat de eigenaar een authentieke, erkende master in Usui Shiki Ryoho (USR) was. Als zodanig werd de materialiteit net zo belangrijk als de inhoud; het te bezitten was net zo belangrijk, zo niet belangrijker, dan in staat zijn het te lezen en te begrijpen. Aan het eind van de jaren 90 waren er online scans van het Grijze Boek te vinden, maar de pdf hebben was heel anders dan het voorwerp zelf bezitten.

Nu kan de tweede editie van dit boek niet anders dan de ‘aura’ van het voorwerp transformeren. Maar de toewijding van het USR Office of the Grandmaster en Reiki Centers of America om het fysieke boek zo goed mogelijk overeenkomstig het origineel te reproduceren en het aan te vullen met vertalingen en commentaren op de inhoud is opmerkelijk; het geeft tevens blijk van een nieuw Reikitijdperk – een tijdperk dat meer mondiaal en meer inclusief is en een diepgaander historisch bewustzijn bezit. Het is een eer om deel uitgemaakt te hebben van dit proces.

~Justin Stein, PhD
Vancouver, Brits-Columbia (Canada)
Mei 2021